[vc_row][vc_column][us_image image=”5011″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]Verschrikkelijke beesten zijn het. Deze zomer is het een echte plaag in mijn straat. Gezellig buiten eten en dan begint de invasie. Ik begrijp niet hoe ze het doen zonder gps of smartphone, maar ze vinden àltijd de weg naar de eettafel, snel en in groten getale. Vrienden die ik op een barbecue uitnodig, brengen deze zomer geen flesje wijn mee maar een vliegenmepper. Zo’n elektrische, waarmee je die irriterende kleine zwarte zoemende ondingen lekker kan roosteren. Een goede vlieg is een geëlectrocuteerde vlieg, is mijn motto deze zomer.
En toch, ik heb diep respect. Ik weet het, het is hemeltergend inconsequent in het licht van mijn vliegenfilosofie van deze zomer. Maar toch heb ik diep respect voor die éne vlieg.

Was hij een luie donder, of had hij echt zo’n slechte gezondheid ? In alle geval, hij kon het blijkbaar goed uitleggen want hij kreeg toestemming van de school om tot 11 uur in zijn bed te blijven liggen (hoeveel keer heb ik niet gewenst dat ik dat ook kon). En dat heeft hij de rest van zijn leven volgehouden. Dan kon hij het best nadenken, zei hij.
Denken, dat kon hij wel. Als hij dacht, dan was hij. Misschien niet wakker en uit bed maar hij wàs dan. Rustig liggend in zijn bed, starend naar het plafond.

En daar kwam ze aangevlogen, een klein zwart zoemend pareltje van schoonheid. Mijn favoriete vlieg. Met een elegantie zoals alleen mijn favoriete vlieg dat kan, landde ze op het plafond. Een mooi witgekalkt vierkant plafond. Onze luie denker had ze gezien en hield ze in de gaten.   Hij bestudeerde het zwarte stipje dat bewoog op het witte vierkant. Mijn vlieg ging van links naar rechts en dan een beetje naar voor en dan weer iets naar achter. Soms ging ze zowel naar rechts en naar voor, of dan gewoon naar links, evenwijdig met de muur van de achterkant, of dan weer recht naar voor, evenwijdig met de linkermuur.
Hij was misschien wel lui, maar dat verstand werkte inderdaad op volle toeren. Hij keek naar de bewegingen van de vlieg en bedacht dat hij haar positie op ieder gegeven ogenblik exact kon beschrijven door te zeggen hoeveel ze van de linkermuur was en hoever ze van de achterste muur was. Die twee afstanden bepaalden eenduidig de plaats van de vlieg op het plafond. Twee getalletjes volstonden. Twee getalletjes afgemeten aan twee muren. Het ene getalletje noemde hij x, het andere y, de twee muren doopte hij x-as en y-as.

Tijdens de volgende barbecue zal ik nog altijd met sadistisch genoegen vliegen roosteren, maar ik zal er eentje in leven laten. Uit respect voor die ene vlieg die aan onze luie donder dat geniale idee gaf.
Een idee dat we tegenwoordig een “cartesisch coördinatenstelsel” noemen.
We hadden ook maar weinig keuze.
Die luie donder heette Descartes.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]